Ziekenhuis Oost-Limburg

zol

Na het assessment herkenden de artsen zichzelf in de rapporten en waren ze het eens met de aanbevelingen

Het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) is een van de grote ziekenhuizen in Limburg, met 2870 werknemers en een 300-tal geneesheren. Op de in het groen verscholen campus Sint-Jan in Genk praten we met personeelsdirecteur Peter Hermans en hoofdgeneesheer dr. Griet Vander Velpen.

Onderwerp: hoe introduceer je competentiemanagement voor een beroepsgroep die strikt genomen niet tot je personeel behoort – de artsen hebben wel een overeenkomst met het ziekenhuis, maar blijven toch zelfstandigen – en die tot voor kort nauwelijks besef had van competentiedenken?

Peter Hermans schetst de aanvangssituatie: “Voor ons eigen personeel zijn competentieontwikkeling en andere HR-topics al heel gewoon. Maar voor onze artsen gebeurde er op dat vlak nog niet veel, en daar wilden we verandering in brengen. Toen dr. Vander Velpen enkele maanden geleden onze nieuwe hoofdgeneesheer werd, bleek ook voor haar de ontwikkeling van managementvaardigheden voor artsen die een dienst leiden een prioriteit te zijn.”

Tabula rasa

Het ZOL telt een goede veertig artsen die medisch diensthoofd zijn. In de nieuwe organisatiestructuur zijn er ook zeven divisies gecreëerd die een aantal diensten of clusters overkoepelen en die worden geleid door een geneesheer-coördinator. Bij het uitrollen van de nieuwe structuur werden alle medisch diensthoofden uit functie genomen en werd er in elke dienst door de artsen een nieuw diensthoofd gekozen. (Waarom verkiezen? “Omdat je als diensthoofd moet gedragen worden door je mensen”, zegt Peter Hermans.) In de meeste diensten werd het oude hoofd herkozen, maar in een tiental gevallen werd er een nieuwe persoon voorgesteld. Al die nieuwe diensthoofden gingen op assessment bij Quintessence, evenals de geneesheren-coördinatoren.

Peter Hermans: “In de competentieprofielen die we samen met onze consultant hadden opgesteld, komen competenties aan bod als samenwerken, feedback geven, communiceren, coachend leidinggeven. Het verschil tussen de twee functies is dat we van de coördinatoren ook meer vaardigheden verwachten die van pas komen bij het ontwikkelen en uitvoeren van een beleid voor hun divisie.”

Assessment en feedback kunnen overkomen als een aantasting van je autonomie als arts. Maar na afloop vonden ze het bijna allemaal een positieve ervaring

Volgende stappen

Hoe gingen de artsen om met de assessments en de feedback? Dr. Vander Velpen: “Zoiets komt natuurlijk snel over als een aantasting van je autonomie als arts. Maar na afloop vonden ze het bijna allemaal een positieve ervaring. Ze herkenden zichzelf in de verslagen en waren het eens met de aanbevelingen. Als volgende stap in het traject start eind er januari een vormingsprogramma rond managementvaardigheden, in het bijzonder coachend leidinggeven. We bouwen ook de mogelijkheid van individuele coaching in.” Peter Hermans voegt toe: “Aan die vorming nemen ook de diensthoofden deel die al langer in functie waren, zodat ook zij vertrouwd kunnen raken met de zogenaamde soft skills. En een eventuele volgende stap zou zijn dat we aan álle leden van ons artsenkorps dergelijke vormingen aanbieden. Ook een ‘gewone’ arts moet immers kunnen samenwerken, communiceren, feedback geven. We hebben nog wel een eind weg af te leggen, dus.”

Hard in de zachte sector

“Een van de aangekondigde thema’s van het vormingsprogramma is de waarderende aanpak; daarom hebben we iedere deelnemer vooraf het boek ‘Paars Management’ van Lou Van Beirendonck cadeau gedaan”, vertelt dr. Vander Velpen. “Hier in huis lopen al projecten rond appreciative inquiry, maar dan met ons vaste kader. Voor de geneesheren is het nieuw.” We opperen dat de waarderende aanpak in een ziekenhuis wellicht meer voor de hand ligt dan elders. “Men noemt ons inderdaad de zachte sector,” zegt Peter Hermans, “maar het kan hier soms hard toegaan, hoor. In een operatiekwartier bijvoorbeeld moet alles snel en accuraat gebeuren en moeten de mensen stressbestendig zijn. Daarom is het belangrijk dat achteraf de tijd wordt genomen om zaken te bespreken en feedback te geven.”

+32 (0)3 281 44 88